Een stille hand … is voortdurend in beweging
Een stille hand is voortdurend in beweging
en enkele hand oefeningen die de kwaliteit van de gangen verbeteren
“Houd je handen stil!”
Heb jij dat wel eens – of vaak – te horen gekregen van je instructeur?
En wat deed je dan? Ja, je handen stiller houden natuurlijk … meestal ten opzichte van je eigen lichaam.
Keurig in de houding is mooi voor het plaatje maar niet zo mooi voor je paard!
Laten we alsjeblieft niet vergeten dat je paard beweegt. Dat heeft tot gevolg dat als jij je handen stilhoudt VOOR JOU de druk in de mond van je paard voortdurend wisselt. Vaak zijn we zelf zo gewend aan de wisselende druk dat we het niet eens meer opmerken.
Met andere woorden: een echte “stille hand” is voortdurend in beweging! Je handen moeten meebewegen met de beweging van je paard zodat de teugelverbinding stil is VOOR HET PAARD.
Da’s best een hele kunst, dus laten we eens kijken hoe dat zit in stap, draf en galop.
~ Even voor de duidelijkheid: als ik hier bit of mond zeg dan bedoel ik niet dat dit alleen geldt voor als je met bit rijdt. Voor bitloze optomingen geldt hetzelfde. ~
Boogje – stootje – boogje – stootje in stap
In stap schuift de hals van je paard bij elke pas uit naar voren en een beetje naar beneden. Met andere woorden: hij maakt bij elke pas zijn hals langer en korter. Zijn hoofd is dus niet stil ten opzichte van jou, maar gaat bij elke pas van je af en weer naar je toe.
Als jij je hand stil houdt VOOR JOU dan is de teugeldruk wisselend: boogje – stootje – boogje -stootje. Dat is storend voor je paard. Het blokkeert zijn hoofd-hals beweging en daarmee blokkeer je ook de bewegingsvrijheid van zijn hele lichaam.
Als gevolg daarvan ontstaan vaak telgang achtige bewegingen, verstrakking van de rug, houterig worden van de beweging en een minder diepe ademhaling. Dat is voor je paard – maar ook voor jou – onplezierig en ongezond.
In galop schuift de hals enigszins asymmetrisch in en uit
Ook in galop schuift de hals bij elke galopsprong uit en weer in. Dat gaat sneller dan in stap en is bovendien een asymmetrische beweging.
Als jouw hand stil is VOOR JOU dan is er net als in stap geen constante verbinding meer. De bewegingsvrijheid vermindert. Je paard zal minder mooi door kunnen springen, minder zweefmoment krijgen en zijn galop zal korter en stoterig aanvoelen in het zadel.
Hoe zit dat met die asymmetrie? Het paard springt met de binnenbenen verder naar voren dan met de buitenbenen en maakt in zijn lichaam enigszins een slingerbeweging gedurende de galopsprong. Met name als je binnenhand niet voldoende meeveert zullen zijn binnenbenen – zowel voorbeen als achterbeen – gehinderd worden en minder vrij naar voor kunnen grijpen.
Hoe kan je in stap en galop je handen stil maken VOOR JE PAARD?
Stel je voor dat je onderarmen deel uitmaken van de teugel en dat er een ononderbroken verbinding is tussen het bit en je ellebogen.
Laat je onderarmen door je paard bij elke pas meenemen naar voren, zodat de teugeldruk niet vergroot in het moment dat de hals uitschuift. Zie de foto hieronder.
Er zit echter ook een moment in de beweging dat de hals weer inschuift en het hoofd weer dichterbij komt. Dan wil je ook de lichte verende verbinding bewaren en niet dat er telkens een boog in de teugels komt. Stel je voor: er zit een soepel elastiek van je beide ellebogen naar de staart van je paard. Door die elastiekjes veren je ellebogen weer naar achteren als de hals weer inschuift. Zo blijft de teugeldruk hetzelfde.
Dus bij elke pas neemt je paard je elleboog en onderarm mee naar voren en veren ze weer terug naar achteren. Op die manier blijft de teugeldruk door de hele beweging heen constant. Je hand is dan allesbehalve stil voor jou, maar de verbinding is dan wel STIL VOOR HET PAARD.
Vrij scharnieren in schouder en elleboog
Om die beweging in je eigen lichaam toe te staan moet je arm dus vrij kunnen scharnieren in je schouder- en ellebooggewricht en je pols moet losjes recht blijven, zonder knik erin. En dat zijn nu juist de punten waar de meeste ruiters verstrakken als ze denken aan een stille hand!
Laat dus los in je schouders. Laat je ellebogen “vallen door zwaartekracht” en laat je onderarm bewegen door je paard. Laat ook je pols ontspannen recht. Kortom: hoe vrijer je hele armen, van schouderbladen tot en met je pols, kunnen bewegen, hoe constanter en verender de teugelverbinding wordt. En wil je dan je hand een keer sluiten, probeer dat dan te doen terwijl je blijft meeveren in je schouder- en ellebooggewricht.
Je zal zien dat dan ook je rug en nek losser aanvoelen en je ademhaling vrijer wordt; een niet onaardige bijwerking.
Oefening voor een meeverende hand in galop
Kijk terwijl je galoppeert eens naar de beweging van het binnenschouder van je paard. Je zit een min of meer cirkelvormige beweging: omhoog, naar voren, omlaag en weer terug (als een fietswiel). Zie de foto helemaal bovenaan.
Doe nu je beide teugels in je buitenhand en maak met je binnenhand diezelfde cirkelbeweging. Overdrijf de cirkel gerust en doe dit net zolang tot de beweging van je hand synchroon loopt met die van zijn schouder!
Veel ruiters maken bijna vanzelf precies de tegengestelde beweging: hand gaat naar achter als zijn voorbeen naar voren gaat en andersom. Dat is natuurlijk niet bevorderlijk voor de galopsprong. Als dat zo is moet je echt even dooroefenen totdat de cirkels gelijk op gaan.
Als je binnenhand goed mee kan galopperen vervolgens hetzelfde gaan doen met de teugel in je hand. Dan ga je de cirkelbeweging geleidelijk kleiner maken totdat de teugeldruk echt gelijk blijft door de galopsprong heen en je paard dus niet meer “tegen je binnenhand aanloopt”.
Een gelijkmatige verbinding in draf
De draf is een heel ander verhaal. Hier is de hoofd-hals houding veel constanter dan in de stap en galop. Maar … jij als ruiter beweegt op en neer! Bij doorzitten niet zoveel maar bij lichtrijden zeker.
Als jij je handen stil houdt VOOR JOU terwijl je lichaam op en neer gaat, terwijl het hoofd van je paard stabiel blijft, ontstaat er dus ook een wisselende druk op je teugel die door het paard als heel hinderlijk kan worden ervaren.
Oefening voor lichtrijden met een stille hand
Om te voelen hoe je een stille verbinding kunt maken bij lichtrijden kun je een simpele oefening doen. Zet tijdens de draf (lichtrijden) maar eens de punt van je beide pinken op de voorboom van je zadel, schoft of hals (afhankelijk van waar je het makkelijkst bij kan zonder voorover te gaan zitten). Merk op hoe je ellebogen buigen als je gaat zitten en hoe je onderarmen weer omlaag moeten vallen als je gaat staan. Als het goed lukt om je pinken tegen je paard aan te houden kan je hetzelfde doen terwijl je handen op gelijkblijvende hoogte “zweven”.
Wil je dit zonder paard eens voelen? Als je op een stoel zit aan tafel, leg dan je pinken op tafel. Sta op en ga weer zitten terwijl je pinken op tafel blijven. Dan voel je ook hoe je ellebogen openen en sluiten om je handen stil te houden.
Terwijl je lichaam dus omhoog en omlaag gaat moeten je handen op dezelfde hoogte hoogte blijven. Als je handen dus op en neer gaan voor jou zijn ze STIL VOOR JE PAARD!
Kortom: een “stille hand” beweegt juist heel veel!
De essentie is dat je hand stil is VOOR JE PAARD. En dat betekent dus dat je hand beweegt voor jou! Dat je los en veerkrachtig bent in je schoudergewrichten en ellebogen en dat je onderarmen en polsen neutraal zijn. Elke verstrakking in je schouders, ellebogen, onderarmen en polsen voelt voor je paard aan als een blokkade en leidt tot verlies aan kwaliteit van zijn beweging.
Dus: als je waarde hecht aan de takt, bewegingsvrijheid, cadans, losgelatenheid en ontspanning, dan is het echt de moeite waard om te oefenen met het gelijkmatig houden van de teugelverbinding door de beweging van je handen aan te passen aan de beweging van je paard!
Happy Trails!
L*
Met dank aan Ayla Marcinski van The Future’s Rehab en Ingrid Dekker
P.S.
Als je dit artikel of delen daarvan wil delen is dat goed, mits je dit erbij vermeldt: “Bron: “Een stille hand … is voortdurend in beweging” van Liesbeth Jorna – Sport & Horsemanship United (www.sporthorsemanshipunited.nl)”
TIP: In de Workshopserie Blokkadevrij Trainen leer je alles wat je moet weten over biomechanica, trainingsfysiologie en nog veel meer absoluut onmisbare kennis